Hij is weer terug, de reiger. Vroeger dan ooit, na de vorst. En zónder een of twee, jongere soortgenoten deze keer.
Elk jaar eind januari en in februari, rond het middaguur, daalt hij klapwiekend neer bij vijvers in de achtertuinen. Op zoek naar zijn favoriete voedsel, doorgaans verse kikkers.
Onze 'vaste' reiger is een bourgondiër: hij neemt zo aan het eind van de winter de tijd voor z’n lunch, wel een uur of twee tot drie. Op stelten in het water, tuurt hij eerst - roerloos - een uur lang met scherpe ogen naar mogelijke concurrentie of meeglurende poezen onder heesters en struiken. Ook zijn gehoor is buitengewoon scherp! Een klik van de camera op 50 tot 100 meter afstand is voldoende om hem te verjagen. Na een kikker of zeven, acht is het einde lunch.
Kolonies reigers en ooievaars, die aan de noordrand van de stad in hoge bomen wonen, overleven en overwinteren in deze omgeving soms in de Rotterdamse diergaarde Blijdorp.
Na zijn middagmaal stijgt de reiger, met een naburige bolspar als springplank, als een mini-vliegtuig omhoog om de klim boven de daken te kunnen halen. Dat is het slot van dit vroege voorjaarsritueel, dat nu een week of zeven, acht zal duren. Met een majestueuze vlucht schuin naar boven keert de reiger dagelijks over de huizen heen terug naar de voorkant, naar grotere wateren, de Bergse Plassen.
+nog+PM.jpg)
